(over situaties die snel kunnen escaleren)
Wat is een ongevraagd advies? Als je om hulp vraagt, vraag je om advies. Maar bemoei ik me met dingen waar je mij niet om vraagt (bv. of je een goede chauffeur bent of niet, of hoe je je auto parkeert, of je je kinderen eten geeft) dan is dat ONGEVRAAGD, oftewel: bemoeizucht/commentaar.
Bemoeizucht of goed bedoeld?
Bijna altijd zijn adviezen goed bedoeld en toch ontstaat er al snel wrevel als iemand allerlei adviezen over je uitstort. Het is hinderlijk, het is nl. niet gewenst. Vooral in gezinnen met grotere kinderen (en zeker wanneer een schoonzonen en -dochters bij komen kijken), worden adviezen nog veel sneller als bemoeizucht beleefd.
Ouders bemoeien zich vaak teveel
Ouders kennen hun kind beter dan wie ook. Een schoonzoon of -dochter kent haar nieuwe partner ook wel, maar altijd korter dan de ouders. Verliefde personen zien lang niet alle mankementen die er ook bestaan aan hun nieuwe partner. Ouders kennen die wel. Zij willen vaak de nieuwe partner beschermen tegen ongewenste bijeffecten. Goed bedoeld, maar toch ook: bemoeizucht. Zij weten het immers beter 😉
Het verliefde stel
Ook zij vergissen zich in elkaar en in zichzelf, hebben niet in de gaten hoe zij door de nieuwe partner aan zich te binden de bemoeizucht van de ouders aanwakkeren, en dus ook zelf hieraan een bijdrage leveren. Hoe meer zij de ouders buitensluiten, hoe meer bemoeizucht (of: hoe meer zorg). Het is maar hoe je het bekijkt.
“Ik hoef mijn excuses niet aan te bieden”
Dit hoor ik vaak een van de partijen zeggen. En dan weet ik: hier moet nog werk verricht worden. Want fouten maken doen we allemaal, ik heb nog nooit meegemaakt dat alle fouten gemaakt werden door de ene partij, terwijl de andere partij geen enkele vergissing had begaan. Beide partijen dienen hun fouten onder ogen te zien. Maar wijzen naar de ander is gemakkelijker en bovendien wéét je ook vaak niet wat je fout gedaan hebt.
“Wat heb ik verkeerd gedaan?”
Deze vraag kan ook weer ergernis oproepen. Vaak bedoelt men dan: ik zou ècht niet weten wat ik fout doe, kortom: het is jóuw schuld. Dat is weer wijzen naar de andere partij, en maakt daardoor de situatie nog erger. Daarom is hulp van buitenaf zo veel eenvoudiger.
Waarom is hulp van buiten zo belangrijk?
Een onpartijdige buitenstaander kan beide partijen een spiegel voorhouden en daarmee laten zien hoe een opmerking die ze maken bij de ander kan overkomen. Want men bedóelt het niet verkeerd, het komt alleen verkeerd óver!
Onpartijdigheid
Dit is van belang omdat men zich allebei kwetsbaar voelt. Het is heel eng om een conflict in handen van een derde persoon te leggen. Stel dat hij of zij zegt dat jij het allemaal fout hebt aangepakt? Dat wil je toch niet?!
Bovendien weet ook iedereen tevoren al dat hij mogelijk toch iets fout gedaan heeft, en iedereen is ook bang om daarvoor op zijn donder te krijgen. Sommige mensen zijn daar zo angstig voor dat ze alle conflicten uit de weg gaan, nooit willen kijken naar hun eigen aandeel.
Niemand is schuldig
Bij een onpartijdige derde blijkt niemand echt schuldig te zijn, het zijn vaak onhandige opmerkingen, verkeerd geïnterpreteerde adviezen (of bemoeizucht), etc. Juist doordat beide partijen een eigen aandeel in het conflict zien (ik heb iets gezegd wat ik niet moest zeggen, en jij hebt iets gedaan wat mij pijn deed) kun je weer ècht verder met elkaar.
Onderling oplossen
Heel vaak zegt men dat men de zaak onderling wil uitpraten. Dat kan soms wel, maar vaak blijven er sluimerende restjes van het conflict. Men heeft zijn zegje erover gezegd, maar blijft elkaar toch met enig wantrouwen benaderen. Iedereen blijft op de tenen lopen…. Dat is geen echte oplossing, en soms zit er niet meer in. Maar een echte oplossing, die blijvend effect heeft is niet bereikt.
De echte oplossing
Beide partijen kunnen over het probleem praten en hun eigen aandeel zien, zonder in verwijten te vervallen. Men ziet ook echt: ik heb dat niet goed gedaan. (De ander heeft ook iets niet goed gedaan, maar IK ook niet.) En dan kun je er samen vaak ook om lachen. Bv. o jee, nu wil ik me weer met iets bemoeien waar ik niks over te zeggen heb. Dan heb je naar jezelf gewezen i.p.v. naar de ander. De ander kan dan ook naar zichzelf wijzen, nl. bij zichzelf denken : o ja, hier zou ik weer gepikeerd of kunnen raken, goed dat ik dit nu besef.
Denk niet dat ik dit altijd zelf goed heb gekund. Ik heb dit ook moeten leren. Ik ben de mensen nog dankbaar die mij daar destijds bij geholpen hebben.