Conflicten zijn heel vervelend. Ga ervan uit dat ook de andere partij er niet op zit te wachten (ook al lijkt dat voor jou misschien zo…). Jij denkt dat het de schuld of de fout van de ander is, maar die ander denkt waarschijnlijk nét zo over jou! Zo lang je allebei op datzelfde punt blijft staan verandert er niks.
Wijs ook eens naar jezelf
Ieder heeft een aandeel in het conflict. We gaan al snel wijzen naar de ander. Wijs ook eens naar jezelf! Bedenk hoe het voor de ander zou kunnen zijn, wat jij gezegd of gedaan hebt wat misschien niet helemaal perfect was, of misschien zelfs ronduit fout! Jij bent heus niet beter dan welke ander dan ook: jij maakt ook fouten.
Benoem gevoelens
Als je je eigen fout of imperfectie gevonden hebt dan kun je met de ander gaan praten. Denk ook eens na hoe het voor de ander zou kunnen zijn. Waar de ander misschien nog meer last van kan hebben. Geef aan dat het jou dwars zit dat je ruzie hebt gemaakt, en dat je het graag wil oplossen. Meestal zijn jullie het daar wel over eens. De ander voelt zich misschien net zo ellendig.
Samenvatten
Vat samen wat er naar jou oordeel gebeurde en vraag de ander hoe die het ziet. Voorkom herhalingen van beschuldigen en wijzen naar, maar probeer steeds je eigen aandeel te benoemen. Laat stiltes vallen, waarbij je rustig vraagt of de ander je begrijpt. Herhaal in eigen woorden wat de verwijten van de andere partij zijn. En vul daarbij aan dat je begrijpt dat het kwetsend of vervelend moet zijn overgekomen.
Winnen of verliezen
Je hoeft niet te “winnen”. Een conflict winnen is uiteindelijk meestal verliezen. Je hebt vaak allebei een beetje gelijk. Geef het eerste jouw ongelijk toe (of je fout), dan gaat de ander positiever naar je luisteren en wordt het conflict al zachter. Er ontstaat begrip. Hoe meer begrip hoe minder ruzie.
Als je het conflict wint, dan verliest de andere partij automatisch. Uiteindelijk zou het streven moeten zijn om op een win-win-situatie uit te komen.
Komen jullie er niet uit? Maak dan gerust een afspraak (samen of alleen).
