Mevrouw kon onredelijk boos zijn op haar man, om kleine dingen, zó maar ineens. Omdat hij iets (niet echt iets belangrijks) vergeten was, omdat hij een kopje liet vallen, omdat hij zich ongelukkig had uitgedrukt, of wat dan ook.  Zó erg dat hij steeds meer zijn best ging doen om niet weer de woede van zijn vrouw op de hals te halen…..

Oude boosheid

Zij had veel meegemaakt in haar jeugd waar zij terecht boos om mocht zijn. Ze had daar de nodige hulp voor gehad en was daar sterk uitgekomen. Maar ook nu nog bleef ze regelmatig boos worden op haar man, terwijl ze eigenlijk best wist dat het niet terecht was. Maar er was ook terechte boosheid op hem, boosheid die hij steeds afdeed als “al zó lang geleden, daar moest ze toch eens over ophouden”. Hij had een bloedhekel aan ruzie en wilde geen ruzie maken.

Over prinsen en een leven vol geluk

We worden allemaal opgevoed met sprookjes: de prins op het witte paard, de man die ons zal redden van allerlei ellende. En ze leefden nog lang en gelukkig, hetgeen betekenen zou: nooit meer ellende, nooit meer verdriet, nooit meer ruzie. Maar sprookjes bestaan niet. En ruzie hoort erbij.

Onredelijkheid en oude pijn

Toen meneer begon te zien dat hij olie op het vuur gooide met het vermijden van ruzie, en toen hij ophield met verdedigen, werd mevrouw rustiger. Ze mocht mopperen over de dingen die ze hem nog steeds kwalijk nam. Dan trok hij het boetekleed aan en werd ze rustig. Haar onredelijkheid over kleine dingen nam af, en ik adviseerde meneer om haar daar wel op aan te spreken. Onredelijkheid mag je de kop indrukken, oude pijn niet…

Sprookjes voorbij

Het sprookje waar hij in geloofd had (nooit meer ruzie) bleek niet waar. Maar de ruzie nam wel af. Het sprookje waar mevrouw in geloofd had (de prins op het witte paard) bleek ook niet te bestaan, maar ze was gelukkig met de echte man van vlees en bloed.